Zonder relaties ben je onzichtbaar! Jij - ik - álle mensen worden pas zichtbaar door de relaties die we hebben. In deze serie over hechting gaat het over de verschillende manieren waarop mensen relaties invullen. De een vindt zichzelf helemaal oké, maar anderen zijn onveilig. Een ander is vaak heel onzeker over zichzelf en zoekt liefst zekerheid en vastigheid bij anderen. We zagen in het vorige artikel hoe al die combinaties van hechtingsstijlen tot sterk verschillende relaties leiden.
In dit laatste artikel kijken we naar een aantal vragen die lezers mij toestuurden naar aanleiding van deze serie artikelen. De vragen zijn wat aangepast om ze te anonimiseren. Verder geef ik je nog een korte terugblik én vooruitblik.
Lezersvraag: als je ouders jong overlijden, wat voor gevolgen heeft dat voor hechting?
In deze serie ging het er vaak over dat je hechtingsstijl in het begin van je leven hoofdzakelijk door de band met je ouders wordt gevormd. Een lezer stuurde me na dat gelezen te hebben deze vraag: "Mijn beide ouders zijn overleden voor ik 10 jaar was. De vader van mijn vrouw overleed toen ze 2 was. Wat betekent dat voor onze hechtingsstijlen en onze eigen relatie?"
Het is goed te begrijpen dat je deze vraag stelt. Wat jij en jullie hebben meegemaakt is heel heftig en compleet anders dan hoe veel van je leeftijdsgenoten opgroeiden. Het is goed om wat nuance toe te voegen aan de uitspraken uit de eerdere artikelen. De behoefte aan verbondenheid is aangeboren. De invulling van die behoefte (de vorming van je hechtingsstijl) ontstaat door een enorme hoeveelheid interacties tussen jou en je naaste omgeving. Voor een baby zijn dat meestal de ouders. Maar als die er niet zijn of als ze langere tijd niet beschikbaar zijn (bijvoorbeeld door een ernstige ziekte, psychische problemen etc.), dan is het zaak dat er andere hechtingspersonen in het leven van het jonge kind zijn. Dat kunnen ooms/tantes/opa's en oma's zijn, maar soms zijn het ook oudere broers en zussen, vrienden van de ouders of pleeg- en adoptieouders.
De hechtingstheorie stelt niet dat je persé een biologische ouder moet hebben om tot veilige hechting te komen. De kern is dat de opvoeder/verzorger kan voorzien in een relatie waarin 3 onderdelen belangrijk zijn:
Sensitiviteit: aanvoelen en opmerken wat het kind nodig heeft;
Responsiviteit: een passende (re)actie geven welke het kind op dat moment echt nodig heeft;
Erkenning: de regelmatige bevestiging naar het kind dat het gezien wordt, er mag zijn en er toe doet.
(Om iets preciezer te zijn: de eerste twee komen uit de hechtingstheorie en de derde voegde ik toe vanuit het contextuele gedachtengoed).
Ook in een situatie waarin één of beide ouders niet meer of tijdelijk niet beschikbaar zijn, is het wel mogelijk dat een kind een veilige hechtingsstijl ontwikkelt, mits de opvoeder/verzorger maar kan voorzien in een opbouwende hechtingsomgeving met de drie genoemde elementen. Wil je teruglezen wat daarover werd geschreven, dan is het tweede artikel een goede keuze.
Er is meer over te zeggen. Kinderen die een ouder al op jonge leeftijd verliezen maken een groot trauma mee. Zeker als die ouder eerst al jaren voor het kind heeft kunnen zorgen en er een hechte band is ontstaan, voelt het verlies van de ouder als het losscheuren van een stukje van het wezen van het kind zelf. Ook al gaat het in dit artikel niet over rouw en rouw bij kinderen, toch is het goed om te beseffen dat die rouwtaken waar het kind al veel te jong mee wordt geconfronteerd veel extra verlangen van de nieuwe hechtingspersonen. Als het lukt ook in deze vreselijk moeilijke situatie sensitief-responsief-erkennend te zijn, kan dat van grote waarde zijn in de verdere vorming van de hechtingsstijl van het kind.
Hechting is niet zomaar overdraagbaar van persoon naar persoon. Het werkt dus niet zo dat je kunt zeggen: "Deze kleuter had een goede band met haar moeder. Ze zal dat dus ook met jou als pleegmoeder kunnen hebben." Een relatie is niet een soort los draadje wat aan iemand hangt en wat je zo weer aan een ander kunt verbinden.
Wat wél het geval is, is dat een veilige hechtingsrelatie (bijvoorbeeld van de genoemde kleuter met haar moeder) in het kind zelf vertrouwen en vaardigheden opbouwt. Dat vertrouwen en die vaardigheden kunnen wel worden ingezet om nieuwe relaties (bijvoorbeeld met een pleegouder, tante etc.) op te bouwen. Mits die nieuwe persoon ook veilig is én aandacht heeft voor het verlies dat het kind meemaakte én begrip opbrengt voor het leerproces dat ze beiden (kind en pleegouder) door moeten maken in het opbouwen van de relatie, is er bij die nieuwe relatieopbouw wel degelijk winst van de eerdere veilige hechting. Korter gezegd: de relatie is niet zomaar te verhuizen naar een ander persoon, maar de relatievaardigheden zijn wel inzetbaar.
Het tweede deel van de vraag ging er over wat de impact was op de relatie die deze twee mensen zijn aangegaan vanuit hun beider bijzondere situatie met geen of één ouder. Daar is specifiek niet zoveel over te zeggen omdat er zowel kinderen zullen zijn die na het verlies van een ouder een onveilige hechtingsstijl ontwikkelen, als ook kinderen die wel een veilige hechtingsstijl ontwikkelen. Over de combinatie van hechtingsstijlen die je in een relatie kunt tegenkomen ging het in het zesde artikel.
Lezersvraag: hoe kan het dat onveilige hechting vaak wordt doorgegeven naar de kinderen?
Een lezer vroeg zich af hoe het kan dat kinderen van ouders met een niet-veilige hechtingsstijl eveneens een niet-veilige hechtingsstijl ontwikkelen.
Om die vraag te beantwoorden grijp ik terug op een schema uit deze artikelenserie.
Het schema laat zien hoe zowel moeder (het geldt ook voor vaders natuurlijk) als kind een beeld in hun hoofd hebben over relaties, zichzelf, wat nabijheid en vertrouwen eigenlijk zijn etc. Bij het kind wordt dat beeld gevormd door de interactie met de moeder. Bij de moeder is het grotendeels al eerder in haar leven gevormd, maar wordt het nog wel aangepast op basis van de actuele relatie met het kind.
Grotendeels onbewust communiceert de moeder in haar interacties haar eigen beelden over zichzelf, relaties, nabijheid etc. naar het kind toe. Een voorbeeld: in het vierde artikel uit deze serie (waarin ook bovenstaand schema werd uitgelegd) stond een versregel uit een lied van Elly en Rikkert Zuiderveld: "Kijk uit met mannen lieveling, want mannen willen maar één ding." De moeder die dat zegt tegen haar kind bedoelt dat wellicht uit liefde om haar dochter te helpen. Toch is er een afdruk van haar eigen indruk over mannen in opgesloten.
Een ander voorbeeld: de vader die als jongetje leerde dat je maar beter kunt zorgen dat je geen andere mensen in je leven nodig hebt, denkt er goed aan te doen hetzelfde aan zijn kind te leren. Als zijn kind vraagt: "Papa, kun je mij hiermee helpen" antwoordt hij "Red je er zelf maar mee joh, want later moet je dat ook kunnen."
De kern is dat ieder kind sensitief-responsief-erkennende ouders nodig heeft. Ouders die zelf een niet veilige hechtingsstijl ontwikkeld hebben, kunnen soms maar beperkt sensitief, responsief of erkennend zijn. En daarmee is (als er niets verandert) de situatie ontstaan waarin de onveilige hechting van generatie op generatie kan worden doorgegeven.
Een voorbeeld: een jonge vrouw die voor haar gevoel van eigenwaarde het nodig had om telkens weer bevestiging van anderen om zich heen te krijgen, verlangde die zelfde bevestiging ook toen ze kinderen kreeg. "Vind je mij een lieve mama?" kregen de kinderen regelmatig te horen. Doordat zij zoveel behoefte aan bevestiging door haar kinderen uitte, gingen haar kinderen onbewust minder van hun eigen behoeften aan haar tonen. Zij leerden: ik kan maar beter voor mijzelf zorgen dan dat ik anderen nodig heb.
Met passende hulp (die ook al kan bestaan uit mensen die op latere leeftijd een veilige hechtingspersoon zijn) is het mogelijk om deze keten van onveilige hechting door de generaties heen te doorbreken.
Lezersvraag: ik vind andere mensen ingewikkeld. Ik dacht dat autistisch ben, maar herken ook veel in de verhalen over hechting. Hoe zit dat?
Deze vraag spreekt mij aan omdat ik al jaren geleden werd getroffen door de overeenkomst tussen bepaald gedrag dat bij vormen van autisme hoort en hechtingsproblematiek.
Ik beperk me in dit artikel vooral op die overeenkomsten tussen beide onderwerpen. Bij autisme is er een probleem in de vorming van het zogenaamde interne werkmodel van 'de ander'. Wat is een intern werkmodel? Kijk even terug naar het schema in de vorige paragraaf. Daar zie je hoe in het brein van een persoon kennis, ervaring en gevoelens vastliggen over relaties, over de ander, over communicatie etc. Dat heet het interne werkmodel.
Bij veel vormen van autisme komen problemen voor met dat interne werkmodel. De persoon met ASS (autisme spectrum stoornis) kan moeite hebben om te bepalen hoe de relatie met een ander zo kan worden ingevuld dat het voor beiden oké is. In de beleving daarvan kan het voor die ander dan lijken dat de persoon met ASS zich terugtrekt of juist ongepast reageert, maar vooral: dat er niet een soepele wederkerigheid in de relatie aanwezig is.
Datzelfde geldt ook bij onveilige hechtingsstijlen. Als iemand in de basis zich onveilig voelt bij anderen en die ander vanaf het begin als onbetrouwbaar inschat, is het resultaat daarvan in de relatie hetzelfde als wat hierboven bij ASS stond: de persoon trekt zich terug of reageert (in de ogen van de ander) ongepast.
Een paar voorbeelden hoe die overeenkomst in gedrag tussen ASS en onveilige hechting er in de praktijk uitziet:
Als iemand zegt: "Ik maak me bijna elke dag zorgen" en de ander reageert met: "nou, dan zijn er gelukkig dus ook nog dagen zonder zorgen!" kun je op basis van die reactie zowel denken aan iemand met ASS, alsook aan iemand die geen zorg aan de ander wil geven en daarom deze afwerende reactie geeft. Ondanks de (wellicht) goede bedoelingen zal de eerste persoon zich waarschijnlijk niet erkend voelen.
Een meisje dat in een pleeggezin woont veroorzaakt aardig wat stress bij de pleegouders als de politie langs komt met het verhaal dat ze haar drugs hebben zien afleveren. Het meisje bekent en zegt dat ze het geld nodig heeft. Als de politie vertrokken is en de pleegouders nog van streek zijn, vraagt de pleegdochter: "Ik wil vanmiddag naar Amsterdam, brengen jullie me en mag ik ook wat geld mee?". De pleegvader valt boos uit: "Denk je echt dat je dat nu verdiend hebt?". "Het meisje stampt boos de trap op, gilt "Jullie denken alleen maar aan je zelf!" en slaat haar kamerdeur dicht. Als je de situatie door de bril van autisme bekijkt zou het kunnen zijn dat dit meisje niet kán beseffen wat ze relationeel bij de ander veroorzaakt heeft of wat bij de ander speelt. Tegelijkertijd: vanuit de hechtingsstijl 'angstig vermijdend' bezien, is dit gedrag ook verklaarbaar: het meisje duwt elke nabijheid op dit moment weg en laat gedachten en gevoelens over de ander niet toe. Onbewust wordt aangestuurd op het (bekende) patroon waarin de ouder/verzorger haar wegduwt ("Denk je echt...") en haar (vertrouwde) beeld bevestigd wordt: ik ben niet oké, en de ander ook niet.
Samengevat: het is best logisch dat de vraagsteller het verband tussen autisme en hechting legt. Interessant is het dan om te kijken wat erkenning voor effect heeft. Aan de vraagsteller heb ik daarom een vraag terug: wat gebeurt er met je als anderen je écht zien? Ken je dat gevoel dat je er mag zijn en dat de ander je van waarde vindt? Als dat zo is, kan het sowieso helpend zijn om juist in die relaties meer energie te stoppen en eens te bespreken hoe jij de ander ziet en te vragen hoe die jou ziet. Los van welke oorzaak ook maar, kan het je helpen om te groeien in voor jou waardevolle relaties.
Hechting: levenslang van waarde
Dit is het zevende en laatste artikel in deze serie over hechting. Er is bij mij heel wat gebeurd tijdens het schrijven van de artikelen. Ik had al wel eerder gelezen, nagedacht en geschreven over de contextuele thema's (erkenning, balans van geven/nemen) en hechting, maar door het schrijven van de artikelen en de feedback van lezers ben ik er nog meer van doordrongen hoe waardevol de combinatie van die twee theorieën is.
Hechting is een thema dat voor alle mensen van belang is. Ook al zullen velen zich niet bezig houden met de theorie (behalve jij dan, want je leest dit artikel...), toch is iedereen zijn hele leven lang bezig met de praktijk.
Hechting werd vroeger gezien als een verklaringsmodel voor hechtingsgedrag op latere leeftijd dat werd veroorzaakt door de hechtingssituatie op jongere leeftijd. Inmiddels is er gelukkig veel hoopgevender kennis ontwikkeld en weten we dat je hechtingsstijl kan veranderen gedurende het leven en dat deze per relatie kan verschillen.
Dat vind ik ook boeiend in het werken met volwassenen: sprekend over hun herkomst is vaak verklaarbaar waarom ze in de basis een bepaalde hechtingsstijl hebben ontwikkeld. Maar kijkend in het heden (vaak in de huwelijksrelatie of in relatie met vrienden/familie) blijkt er veel heling mogelijk te zijn als je mensen helpt om passend te geven en te ontvangen in hun relaties.
Ook al weet de omgeving niets over hechting of over je problemen, toch is het helend als jij weet:
hoe zelfafbakening werkt (beschreven in het 2e artikel: over de grenzen tussen ik en jij);
hoe passend geven en ontvangen werkt (beschreven in het 3e artikel: over de balans van geven en ontvangen) en
hoe je hechtingsstijl kan en mag verschillen van persoon tot persoon en hoe je daar mee om kunt gaan (beschreven in het 4e artikel: over verschillende hechtingsstijlen met vader, moeder, partner, vrienden etc.). In dat artikel ging het ook over de relatie tussen God en mensen en hoe de vier hechtingsstijlen daarin ook zicht kunnen geven op de verschillen in Godsbeleving: van angstig/ontwijkend tot veilig en zoekend.
Hechting speelt je hele leven lang een belangrijke rol. Verbondenheid in vrijheid is voor alle mensen van belang. Hoe zit dat in jouw leven? Ben je aan het denken gezet over hoe het bijvoorbeeld zit binnen familiebedrijven (5e artikel) of hoe jouw hechtingsstijl en de hechtingsstijl van iemand met wie je een relatie hebt zich verhouden tot elkaar (6e artikel)?
Als je gekwetst bent door het leven wens ik je veel helende relaties toe. Als je veel ontvangen hebt wens ik je toe dat je mensen op je pad vindt voor wie jij een bron van veilige hechtingservaringen mag zijn!
Tot slot
In de vakantieperiode komt er niet wekelijks een artikel op deze blog. Nu er drie series zijn wil ik tijd besteden aan het maken van themapagina's per serie (de lijst met artikelen begint wat lang te worden voor 'nieuwelingen'). Er komen zeker nieuwe artikelen en nieuwe series in de komende maanden. Heb jij wensen of ideeën? Laat ze weten!
Ik krijg regelmatig positieve reacties van lezers en dat is heel aanmoedigend om door te gaan met deze blog. Ik heb ook gemerkt dat het grootste deel van de nieuwe lezers via-via bij de blog komt. Dat betekent dat jij als lezer dus ook een rol kunt hebben en daarom vraag ik je om de blog of artikelen te delen. Weet je niet hoe dat moet? Stuur me even een berichtje, dan help ik je graag.
Als ik dit schrijf is de vakantieperiode voor velen begonnen. Ik wens je veel mooie relationele momenten toe in deze periode, want: 'ieder mens groeit door relaties'! Lees je dit terwijl om je heen de mensen op vakantie gaan, maar jij juist minder relatie-mogelijkheden hebt? Je verlangen is misschien dat mensen jou zien en opzoeken. Dat zou ook mooi zijn! Wat je zélf kunt doen kan voorkomen dat teleurstelling over het niet vervulde verlangen alleen maar groeit. Een kaartje naar een ander sturen, een kort telefoontje naar iemand die in je opkomt of zelfs maar een vriendelijke opmerking naar de postbode of de kassière in de winkel: het kan van waarde zijn voor de ander, maar het maakt jou sowieso waardevol als gevend mens.
Wie help jij om een stukje te groeien en wie mag jou helpen?
Delen blijkt dé manier te zijn waarop meer lezers deze artikelen vinden. Deel je mee?
Delen kan heel simpel met de icoontjes hieronder naar Facebook, Twitter, LinkedIN of als link die je bijv. kunt e-mailen.
Wil je updates per e-mail ontvangen als er een nieuwe blog is? Schrijf je dan hieronder in. Let op: de e-mails komen bij sommige mensen in hun map voor ongewenste-mail. Als je de afzender als 'vertrouwd' accepteert gebeurt dat niet weer.
コメント