"Hoeveel kinderen had u hier gebracht vanochtend?" vraagt de leerkracht op het schoolplein aan een vrouw. "Twee" zegt de vrouw. De juf heeft de kinderen in een lange rij gezet en wijst de eerste twee kinderen in de rij aan. Ze zegt: "Oké, neemt u deze twee dan maar mee. Ze vertellen zo zelf wel hoe ze heten." De vrouw vertrekt met de twee kinderen.
Wat een absurde scene. Ondenkbaar toch...! De werkelijkheid is juist zo anders: zet 30 ouders en hun 30 kinderen na een lange dag school in twee rijen in willekeurige volgorde tegenover elkaar, laat de kinderen los en ze zullen allemaal naar hun eigen ouder rennen. Nou... allemaal?... Er zullen wellicht ook een paar kinderen niet zo 'gehecht' zijn om naar hun eigen ouder te rennen. Eentje rent juist weer naar de juf toe, een ander gaat gewoon op de grond zitten en een derde rent de andere kant op en verstopt zich. Wat gebeurt daar en wat zegt dat over hoe deze kinderen zich later als volwassenen zullen gedragen?
Hechting: over de manier waarop mensen zich aan elkaar verbinden
Je leest het eerste artikel van een nieuwe serie. Het gaat over hechting, over de bijzondere manier waarop mensen zich met elkaar verbonden voelen en over wat dat voor hun gedrag betekent. Hechting gaat niet alleen over kinderen, maar ook over jou, ook al ben je al lang geen kind meer. In deze artikelen zal je weer een mix van theorie en toepassing vinden. Op verzoek (o.a. vanuit de respons op de enquête) zijn de artikelen wat korter dan de vorige.
Eigenlijk is de titel van deze paragraaf al te beperkend, want niet alleen bij mensen, ook bij veel dieren zie je prachtige voorbeelden van het belang van hechting tussen ouders en kinderen. Neem bijvoorbeeld de ongelofelijke keizerspinguïns waarbij eerst de band tussen ouders en later tussen de baby pinguïns en hun ouders indrukwekkend is om te zien. Zie hier een trailer van de film 'march of the penguins'.
Hechting vind ik zelf een prachtig thema. Ik neem je graag mee in een aantal sfeerschetsen waarin je vast herkent wat er gebeurt:
Een dreumes van bijna twee jaar oud rent enthousiast rond met een ballon. PANG...! Even kijkt ze beteuterd, dan begint een enorme huilpartij. Ze is erg geschrokken en rent (ondanks dat er heel wat andere volwassenen zijn) naar haar moeder. Die tilt haar op en de kleine klemt zich stijf aan haar vast. Met haar gezichtje in de nek van moeder gedrukt huilt ze nog met schokjes, maar is na een paar minuten tot rust gekomen. Ze durft weer verder te gaan spelen.
Kors van 9 kan niet in slaap vallen. Zijn vader is altijd thuis als hij naar bed gaat, maar deze avond is hij er nog niet als Kors naar bed wordt gestuurd. Hij ligt wakker tot hij een uur later zijn vader thuis hoort komen. Hij sluipt naar beneden. Na een standje van zijn moeder krijgt hij nog een knuffel van zijn vader en gaat weer naar bed waar hij binnen een minuut in slaap valt.
Yvonne van 23 woont in een studentenhuis en heeft een druk leven bestaande uit studeren en feestjes. Als een vriendin van haar plotseling overlijdt belt ze direct haar moeder. De beide ouders stappen in de auto en rijden naar haar toe om samen te rouwen. Yvonne schrijft in haar dagboek "Het voelde alsof ik even weer kind mocht zijn toen mijn moeder me een lange knuffel gaf."
Bart van 35 solliciteert al twee jaar en zit vandaag voor de 8e keer op een 'eerste gesprek.' Hij voelt zich enorm gespannen wat het gesprek niet ten goede komt. Na afloop zegt hij tegen een vriend: "ik weet zeker dat ze me ongeschikt vonden. Dit wordt niets. Ik kan volgens mij ook niet op hun niveau komen."
Antoine van 53 geeft leiding aan een groot bedrijf. Zijn team van managers heeft hem vandaag verteld dat ze niet meer met hem willen samenwerken vanwege zijn dominantie. Als zijn accountant voorstelt om hulp te gaan zoeken bijt hij hem toe: "Onzin! Ik heb dit altijd gekund. Laten zij maar eens hulp gaan zoeken. Ik ben toch zeker niet gek!"
Wat is de gemene deler van al deze situaties? Voor ik mijn antwoord op die vraag geef: probeer voor jezelf eens te bedenken wat al deze verhaaltjes aan zicht geven op relaties. Wat voor beeld heb je van het karakter van Antoine? En hoe zou hij reageren op een situatie als waarin Bart zit: aarzelen over een sollicitatiegesprek. Zou Kors van 9 als hij ooit 23 is en iets soortgelijks meemaakt als Yvonne (een hevig verdriet) ook hulp bij zijn ouders zoeken? En zou Antoine ooit zulke ouders hebben gehad?
Je merkt het vast al aan de vragen die ik opwerp: hechting gaat over de manier waarop een mens relaties vorm geeft. En daarbij is het heel belangrijk om te beseffen dat die manier van relaties invullen niet alleen door je aangeboren karakter, maar zeker ook door je relatie-ervaringen wordt gevormd. Die relatie-ervaringen noemen we: je hechtingsgeschiedenis. Stel je voor bij het verhaaltje van de dreumes die huilde om een kapotte ballon, dat de moeder haar dochtertje van haar schoot had geduwd en haar had uitgelachen met de woorden: "wen er maar aan meissie, had je hem maar niet bij de cactus in de buurt moeten houden". Als zulke gebeurtenissen in de hechtingsgeschiedenis van deze dreumes veel zouden plaatsvinden, wat leert die dreumes daarmee dan over 'naar wie kan ik toe in noodgevallen?'
Hechting gaat dus over hoe je je opstelt in relaties naar anderen toe. Dat leer je als kind door hoe anderen zich naar jou opstelden en het bepaalt je relatie-stijl ook als je volwassen bent.
In deze artikelen put ik uit diverse kennisbronnen uit de afgelopen decennia, maar het denken over de relatie tussen ouders en kinderen is natuurlijk al veel ouder. Al zo'n 1000 jaar voor onze jaartelling maakt een dichter in de Bijbel een vergelijking met een kind dat getroost wordt door zijn moeder omdat het verdrietig is (Psalm 131,2). Kennelijk was ook toen algemeen bekend welke waarde de ouder voor het kind heeft. Wat de gevolgen zijn van die omgang van de ouder met het kind op latere leeftijd, is met name in de vorige eeuw onderwerp van onderzoek geweest. Daar gaat de volgende paragraaf over.
Samengevat: hechting gaat over de manier waarop je relaties invult: voor wat en wanneer ga je naar iemand toe - zeg je iets, of zeg je juist niets. En omgekeerd: hoe reageer je als iemand jou benadert, iets zegt of juist zwijgt naar je. Die manier van relaties invullen wordt voor een belangrijk deel gevormd door je relationele ervaringen vanaf de 1e dag van je leven. Die manier van relaties invullen neem je met je mee op volwassen leeftijd in nieuwe relaties die je aangaat, in je werk, in je relatie met vrienden etc. Die manier van relaties invullen heet: je hechtingsstijl. Als je de vorige serie over 'geven en nemen' hebt gelezen denk je nu misschien ook 'heeft dat onderwerp ook met hechting te maken?' Dat komt in latere artikelen in deze serie zéker aan bod, evenals de link met de serie over je zelfbeeld. Heb je die nog niet gelezen? Gun jezelf dan de tijd dat nog eens te doen.
John Bowlby, oorlogsweeskinderen en hechtingstheorie
John Bowlby wordt gezien als de grondlegger van de hechtingstheorie. Bowlby werd rond de 2e wereldoorlog door de Engelse overheid gevraagd om met adviezen te komen hoe men het na-oorlogse Engeland sociaal moest vorm geven. Men werd geconfronteerd met veel kinderen die hun ouders vanwege de oorlog hadden verloren. Wat was nu een juiste manier om voor hen te zorgen?
Bowlby deed onderzoek naar de effecten op de ontwikkeling van het kind als de moeder niet (of emotioneel niet) beschikbaar was. Waar de praktijk qua verzorging tot die tijd vooral was om te zorgen voor het kind door het bieden van eten, kleding en onderwijs, liet Bowlby zien dat de emotionele en algemene ontwikkeling van het kind veel baat had bij een emotioneel beschikbare ouder/verzorger. Kinderen die wel eten, kleding en onderwijs krijgen, maar niet een emotioneel nabije volwassene hebben die écht om hen geeft krijgen ernstige ontwikkelingsproblemen. Bowlby benadrukte hoe belangrijk een hechtingsfiguur voor een kind was. Bowlby was de grondlegger, maar velen (Mary Ainsworth moet daarbij zeker genoemd worden vanwege haar grote bijdrage) bouwden daarop voort tot de hedendaagse hechtingstheorie die veel gebruikt wordt.
Wellicht ken je de tragische verhalen van weeshuizen uit Roemenië waar men in de praktijk kon zien wat voor effect het had op de persoonlijkheid van kinderen, die daar weliswaar eten en basale zorg kregen, maar géén emotionele nabijheid kenden. Die kinderen vertoonden ernstig verstoord sociaal gedrag naar elkaar en naar volwassenen.
De hechtingstheorie blijkt een zeer goed bruikbaar model te zijn om afwijkend gedrag te kunnen duiden, waardoor het binnen jeugdzorg veel gebruikt wordt. Een risico is dat er dan snel over hechtingsproblematiek gesproken wordt terwijl intussen uit breder onderzoek is gebleken dat we allemaal een bepaalde hechtingsstijl hebben die voor een belangrijk deel is gevormd in onze jonge jaren.
Na deze korte duik in de geschiedenis zijn we weer terug in 2021: de hechtingstheorie biedt nuttige kennis om toe te passen in jouw en mijn leven. Het belangrijkste uit deze theorie is het volgende:
Ieder mens heeft voor zijn ontwikkeling een ouder/verzorger nodig die sensitief en responsief is.
Sensitief wil zeggen: de ouder is opmerkzaam voor de behoeften en signalen van het kind. Populairder gezegd: de ouder heeft een antenne waarmee kan worden opgevangen wat het kind uitzendt. Responsief wil zeggen: de ouder reageert (passend) op wat het kind aan behoefte heeft laten zien.
In de voorbeelden die ik in het begin gaf ging het over een reactie van een moeder op een kind dat geschrokken was van de ballon die kapot knalde. Wat het kind nodig heeft is: troost en bescherming. Als de moeder dat niet ziet óf het wel ziet maar er niet passend op reageert is dat een negatieve bijdrage aan de ontwikkeling van het kind. Nu hangt dat echt niet af van één ballon-gebeurtenis, maar als een ouder structureel te weinig de behoeften van het kind ziet of er structureel niet passend op reageert heeft dat wel degelijk ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van het kind.
Verschillende hechtingsstijlen. Welke herken je?
In de hechtingstheorie gaat men uit van vier hechtingsstijlen:
Onveilig-vermijdend ook wel Afwijzend: mensen met deze stijl voelen zich in de basis niet veilig bij anderen en redden zich als het even kan liever zelf.
Veilig: zelfstandigheid én samenwerken gaan harmonieus samen bij mensen met deze stijl.
Onveilig-afwerend ook wel Gepreoccupeerd: mensen met deze stijl leunen zwaar op anderen omdat ze zich erg onzeker voelen over zichzelf. Tegelijk is dat leunen op de ander zo sterk dat het buitenproportioneel afhankelijk overkomt en niet echt tot een relatie leidt die in balans is.
Gedesorganiseerd ook wel Angstig: deze stijl kenmerkt zich zowel door elementen uit onveilig-vermijdend als uit onveilig-afwerend. Dat betekent dat iemand zich het ene moment buitengewoon afhankelijk van anderen opstelt, terwijl er een volgend moment erg teruggetrokken, individualistisch gedrag wordt getoond ('aantrekken en wegduwen')
Het lijkt misschien prettig overzichtelijk met vier onderscheiden hechtingsstijlen, maar mensen vertonen niet altijd en naar iedereen dezelfde hechtingsstijl. In artikelen 2 en 5 van deze serie zal het gaan over de verschillende hechtingsstijlen die je kunt laten zien naar ouders, partner en 'overige personen' en hoe ze in een kwadrant onder zijn te brengen.
Wellicht viel je op dat alleen de 2e genoemde hechtingsstijl (veilig gehecht) een positieve beschrijving heeft. Uit meerdere internationale onderzoeken blijkt dat het percentage veilig gehechte volwassenen ongeveer 55% is. Dat is weliswaar de grootste groep, maar bijna de helft van alle mensen vertoont dus in meer of mindere mate onveilig gehecht gedrag. Niet vreemd dus dat er veel aandacht is voor de inzichten die deze theorie oplevert.
Om je te helpen de hechtingstheorie in je eigen leven en je eigen relaties te herkennen, geef ik vier voorbeelden van de verschillende hechtingsstijlen in praktijksituaties van volwassenen. De voorbeelden zijn een tikje 'fel gekleurd' om je te helpen de verschillen in gedrag te zien.
Mark: "Ik doe het liever zelf" (Onveilig-vermijdende hechtingsstijl)
"Mark, ik wil graag dat je morgenochtend met Amanda de rapportage voor de directievergadering voorbereid. Ik denk dat jullie elkaar mooi aanvullen." Aan het woord is Cor, de manager van zowel Mark als Amanda. Mark is al jaren in dienst, Amanda komt net van de universiteit. Mark reageert wat schuchter: "Waarom moet ik het eigenlijk met haar samen doen?" Mark heeft de indruk dat Cor zijn vraag nauwelijks begrepen heeft en zegt al weglopend: "Je kent Amanda nog nauwelijks. Ze is cum laude afgestudeerd in bedrijfskunde, dus ze vult jouw waardevolle praktijkervaring mooi aan."
Die avond is Mark lang aan het overwerken. De volgende ochtend als Amanda op haar werk komt ziet ze in haar mail een kant en klare rapportage die Mark heeft gemaakt. Hij schrijft er bij: "Misschien voel je je gepasseerd, maar ik bedoel het positief: hierbij de rapportage. Kijk er nog maar even naar. Ik heb hem ook alvast aan Cor gestuurd."
Marks basisvertrouwen in anderen is laag. In zijn gezin van herkomst was er weinig tijd voor échte aandacht. Hij was het 5e kind in 7 jaar. Zijn vader was 6 dagen in de week in het familiebedrijf aan het werk en zijn moeder zorgde wel voor de kinderen, maar praatte zelden met ze.
Mark leerde dat hij maar beter zichzelf kon redden en op die manier zorgde hij voor zichzelf én de omgeving. Marks indruk dat Cor hem nauwelijks begrepen heeft zegt vooral iets over Mark. Het is best mogelijk dat Cor in de praktijk Mark prima begreep en het ook complimenteus bedoelde toen hij de ervaring van Mark roemde.
Simone: "Open relatie met mijn ouders" (Veilige hechtingsstijl)
Simone is 34 en inmiddels 6 jaar getrouwd. Haar moeder is al die tijd elke week op bezoek gekomen. In het begin vond Simone dat fijn, maar nu haar werk drukker is geworden en ze weinig privétijd met haar man heeft komt het niet altijd goed uit. Ze zegt tegen haar moeder: "Mam, ik vind het fijn als je er bent, maar het is tegenwoordig wat drukker dan vroeger, dus het komt niet altijd goed uit. Ik wil dat eerlijk tegen je zeggen in plaats van dat ik maar de schijn op houdt." Haar moeder reageert: "O meid, goed dat je het zegt. Ik snap het helemaal hoor dat dingen veranderen. Vind je het prettiger als ik vooraf even app of het uit komt?" "Ja, goed plan!" zegt Simone. "Ik zal eerlijk zeggen of het schikt of niet. En als jij een keer niet zoveel energie hebt wil ik graag dat je je vrij voelt niet te komen hoor."
Een veilige hechtingsstijl levert relaties op die in balans zijn. Nu blijkt in dit voorbeeld dat ook moeder passend reageert en zich niet afgewezen voelt. Simone heeft in haar jeugd passend ruimte gekregen van haar ouders. Als het moeilijk was waren haar ouders er voor haar en tegelijk gaven ze haar ook de ruimte zelf het leven en zichzelf te ontdekken. Toen ze op haar 14e ontdekte dat ze een vriendje had die niet te vertrouwen was kon ze dat vertellen aan haar ouders die haar hielpen er op een goede manier mee te stoppen.
Martha: "Als jij me niet helpt ben ik er morgen niet meer" (Onveilig afwerende hechtingsstijl)
Martha haar werk is afgelopen om 15 uur. Maar in plaats van naar huis te gaan blijft ze wachten tot collega Paula klaar is 1,5 uur later. Als Paula de personeelskamer binnenkomt staat Martha op: "Ik ben blij dat je er bent! Ik heb een geheim dat ik jou wil vertellen en eerlijk gezegd kan ik het bij niemand kwijt." Paula is overrompeld door deze introductie en zegt: "Wat is er dan aan de hand Martha?" Martha begint te huilen en loopt naar Paula toe. Die heeft weinig andere keuze dan om haar collega te omhelzen. Als Martha wat rustiger is geworden vertelt ze over een vriend die haar bedriegt (denkt zij). "Ik was er zo kapot van toen ik op facebook zag dat hij meer vriendinnen heeft dan hij verteld heeft! Ik wist gisteravond echt niet of ik wel verder wilde als mensen zo onbetrouwbaar zijn." Paula antwoordt haar: "Ik vind het heel vervelend voor je joh! Maar zie je het niet wat te groots allemaal?" Martha kijkt haar verbijsterd aan: "Te groots? Ik denk dat je niet door hebt hoe belangrijk het voor mij is dat jij naar me luistert. Als jij me niet helpt ben ik er misschien morgen niet meer. Maar als je me niet wilt helpen stap ik direct op hoor...!" Paula haast zich om haar gerust te stellen, maar vertrekt een half uur later met een ongerust gevoel naar huis.
Martha heeft een ingewikkelde gezinssituatie gekend. Haar moeder werkte vaak in het weekend. Haar vader dronk als hij vrij was te veel waar hij agressief van werd. Als Martha dat aan haar moeder probeerde te vertellen wilde die het niet horen en regelmatig kreeg Martha de wind van voren als ze volgens haar moeder "zich als een verwend nest gedroeg." Martha ging dan naar haar oma die vlakbij woonde. Daar vertelde ze alles wat er gebeurde, waarna Oma vooral huilde en zat te hoofdschudden. Martha ging dan weer naar huis.
Martha denkt (heel) negatief over zichzelf. Ze heeft anderen nodig om af en toe (te) zwaar op te leunen, maar tot een open gesprek komt het dan zelden.
Karl: "Ik kan het hier niet goed doen in dit <piep>bedrijf! Ik stap wel op." (Gedesorganiseerde hechtingsstijl)
Karl stapt woedend het kantoor van zijn manager Pieter binnen. Hij barst direct los: "Ik kan het hier nooit goed doen! Ik neem ontslag!" Wat Pieter ook probeert, Karl is niet tot rust te brengen en vertrekt woedend naar huis. Pieter doet navraag bij de ploegleider waar Karl onder gewerkt had. Die zegt: "Ik heb geen idee wat er mis is. Hij zei vanochtend dat hij wel een keer op de heftruck wilde omdat de rest er geen zin in had. Ik heb hem een compliment gegeven om zijn collegialiteit en er leek niets aan de hand. Einde van de middag sprak ik hem aan dat hij een stapel pallets met afval op de verkeerde plaats had gezet en het leek wel of ik een bom aan had aangestoken. Hij riep woedend dat het nooit goed was en hij ging direct naar jou."
Karl is als jongetje van 3 uit huis geplaatst omdat zijn moeder verslaafd was aan drugs en zijn vader niet meer te vinden was. Karl heeft in zeker vier pleeggezinnen gezeten voor hij op zijn 14e in een jeugdinstelling werd opgenomen vanwege gedragsproblemen in het gezin. Karl heeft zowel een negatief beeld over zichzelf als ook over de omgeving die "júist als je denkt ze even te kunnen vertrouwen wéér onbetrouwbaar blijkt."
Je hebt nu kennis kunnen maken met de vier hechtingsstijlen. Hoewel aanvankelijk de hechtingstheorie vooral over jonge kinderen ging, werd in de afgelopen decennia duidelijker dat ook het gedrag van de volwassene is terug te voeren op de hechtingsgeschiedenis: de relationele ervaringen die je als kind met je ouders hebt gehad. Hechting gaat dus ook over jou en mij en onze relaties.
Tot slot
In deze serie gaan we niet alleen de theorie verder uitdiepen, maar krijg je ook elke keer concrete toepassingen voorgeschoteld. Wat echter nog veel meer helpt is om je zelf eens af te vragen: hoe was mijn hechtingsgeschiedenis? Hoe reageerden mijn ouders/verzorgers op me als ik verdriet of problemen had? Kon ik laten zien wat er in mij omging?
En vandaag de dag: hoe voel jij je als je een voor jou nog onbekend persoon gaat ontmoeten? Maakt het daarbij uit of je op je werk bent, in privésfeer of ergens anders?
Werk jij liever samen aan iets of liever alleen? Hoe ga je om met een kritische reactie? Het heeft voor een belangrijk deel met hechting te maken. Volgende week krijg je meer te lezen over de relatie tussen hechting en je zelfbeeld (waarover de eerste serie op deze blog ging).
Geef dit artikel ook aan een ander! Of zou dat niet gepast zijn? Wat zou dat betekenen in de balans van geven en ontvangen tussen jou en die ander?...
Delen kan heel simpel met de icoontjes hieronder naar Facebook, Twitter, LinkedIN of als link die je bijv. kunt e-mailen.
Wil je updates per e-mail ontvangen als er een nieuwe blog is? Schrijf je dan hieronder in. Let op: de e-mails komen bij sommige mensen in hun map voor ongewenste-mail. Als je de afzender als 'vertrouwd' accepteert gebeurt dat niet weer.
Comments